Fiets je eigen ‘Tour de Bretagne’ met deze 5 prachtige etappes

Wie van kunst en geschiedenis houdt, kan zijn hart ophalen op deze route van 193 km langs vier steden met het label Cité d’Art et d’Histoire. Je begint met een flinke hap zilte zeelucht bij de stadswallen van de piratenstad Saint-Malo. Daarna zet je koers naar het middeleeuwse Dinan, waarvan de 2,5 km lange stadsmuur met vier monumentale poorten al even indrukwekkend is. Nog een eindje doortrappen langs het Canal d’Ille-et-Rance en dan ben je in Rennes. Vakwerkhuizen, classicistische gebouwen en monumentale voorbeelden van brutalistische architectuur vormen een spannend contrast met de hedendaagse kunst aan de oevers van de Vilaine. Langs de rivier rijd je rustig naar Redon waar herenhuizen van rijke reders staan. De haven daar herinnert nog aan de hoogtijdagen van weleer, toen boten met vrachten zout uit de pannen van Guérande af- en aanvoeren.

Klaar om je te laten verblinden door de schitterende uitkijkpunten op de noordkust van Bretagne? Dan heb je een flink eind voor de boeg met de 430 km lange kustroute van de Vélomaritime–Eurovélo 4 tussen de Mont Saint-Michel en Roscoff. Als je niet zo getraind bent als Bernard Hinault, de beroemde Bretonse wielerkampioen, kan je hier en daar een kortere maar net zo mooie route nemen: grillige rotsen en een blauwgroene zee voor de roze granietkust bij Lannion, spectaculaire baaien zoals die van de Mont Saint-Michel en Saint-Brieuc, steile kliffen (let op je kuiten!) tussen rotsige kapen en kreken op het stuk van Saint-Quay-Portrieux naar Paimpol. En stap onderweg gerust eens af voor een frisse duik, want de stranden liggen binnen wielbereik!

Kinderen vinden het vast leuk om de 238 (!) sluizen te tellen op het trekpad langs het kanaal dat werd aangelegd onder Napoleon I en voltooid onder Napoleon III. Zo vliegt de tijd om op de 400 km van dit Bretonse deel van de Vélodyssée in het kielzog van de Tour de France. Op het rustige parcours door het hart van Bretagne kom je langs sfeervolle stadjes als Josselin en zijn prachtige kasteel met twee verschillende gezichten, een middeleeuws fort aan de kant van de rivier en een laatgotisch paleis aan de kant van de tuin. Of Pontivy, een ander leengoed van de hertogelijke familie De Rohan, en Malestroit met grappige beelden op middeleeuwse vakwerkhuizen. Onderweg hoeven de kinderen niet te zoeken naar de 7 ontbrekende sluizen, want die liggen op de bodem van het Lac de Guerlédan, met 400 ha het grootste stuwmeer van Bretagne, waar je de fiets voor de kajak kan verruilen.

Geef je de voorkeur aan het departement La Manche of de Atlantische kust? Op deze 200 km lange route van Noord naar Zuid-Bretagne, tussen de baai van Saint-Brieuc en de haven van Lorient, hoef je gelukkig niet te kiezen. En wat ook fijn is, je fietst door Argoat, zoals het binnenland van Bretagne wordt genoemd, over rustige weggetjes die veelal langs het water lopen. Het groenste stuk is de Voie Verte van de Rigole d’Hilvern die over 30 km tussen beuken en kastanjebomen slingert. Een idyllische omgeving waar je volop kan genieten van het Bretonse platteland. Bij Saint-Thélo zijn de velden niet meer bedekt met blauwe vlasbloemen, maar cultiveert men de herinnering aan het Bretonse textielverleden, toen er veel geld voor linnen werd neergeteld. Iets verder liggen de mysterieuze vennen en veenderijen van het Forêt de Branguily, waar je op zoek kan gaan naar de legendarische schat die hier verborgen zou zijn. Die zal je misschien niet vinden, maar reeën en futen zijn er in overvloed!

Het fietspad langs de kust van Roscoff naar Nantes is nog niet helemaal klaar, maar je kan vast een paar stukken doen. Op het eerste gedeelte, tussen Lampaul-Plouarzel en Brest, waar de Tour in juni begon, kan je beter niet te hard van stapel gaan. Het pad loopt namelijk steil omhoog langs de Mer d’Iroise naar de vuurtoren op de Pointe Saint-Mathieu, waar 163 treden afdalen naar het strand van Tregana. Voor een extra uitstapje kan je je fiets meenemen op een boottocht naar de eilanden voor de kust, maar als je de gele trui wilt winnen moet je doortrappen naar het Pays Bigouden. Van Audierne, tegenover het Île de Sein, naar Penmarch fiets je 45 km langs megalithische vindplaatsen en surfspots. Tijdens deze spectaculaire rit kan je even stoppen op de Pointe de la Torche voor een selfie aan het einde van de wereld tegen de achtergrond van de onmetelijke oceaan…