Grenoble is de toegangspoort tot de Franse Alpen. De stad ligt ingeklemd tussen drie grote bergmassieven. Met de Isère die dwars door de stad stroomt en omringd door groene heuvels en hoge bergen denkt Grenoble wel drie keer na over zijn ecologische voetafdruk: natuur zit tenslotte in het DNA van de stad. De sportieve, innovatieve en betrokken inwoners van Grenoble hebben van Grenoble een ware ‘groene proeftuin’ gemaakt, die voor veel Franse steden als voorbeeld dient. Niet gek dus dat Grenoble in 2022 is verkozen tot groene hoofdstad van Europa. En daar vonden we wel wat argumenten voor.
1. Stad tussen de bergen
“Aan het einde van elke straat, een berg.” De in Grenoble geboren Franse schrijver Stendhal, bekend van ‘Le Rouge et le Noir’, wist de stad in enkele woorden samen te vatten. De bergen zijn hier alomtegenwoordig, vanuit elk raam en vanaf elk balkon kijk je eropuit. Het Massif de la Chartreuse in het noorden, de Vercors in het westen en het Massif de Belledonne in het zuiden: waar je ook kijkt, overal zie je bergen. In de heuvels rondom de stad zijn ook veel forten te zien. De twee bekendste zijn het Fort de la Bastille, dat uitkijkt over de Isère en de gekleurde gevels van de wijk Saint-Laurent, en het Fort Saint-Eynard, waarvandaan je een panoramisch uitzicht hebt op Grenoble en de omgeving eromheen. In 1968 was Grenoble de gaststad voor de Olympische Winterspelen. Een logische keuze, want de stad ligt op nog geen uur rijden van diverse wintersportplaatsen. Maar zomer of winter, de lokroep van de bergen klinkt het hele jaar door. Het is dan ook geen toeval dat de eerste stadskabelbaan van Frankrijk, de beroemde ‘bollen’ die de heuvel van de Bastille op zweven, in 1934 hier in Grenoble werd gebouwd. Maar nog steeds is de blik van de inwoners van stad op de bergen gericht.
2. Niet zomaar groen, écht groen!
Luister! Hoor je de pimpelmees? In het hart van Grenoble zingen de vogels op elke hoek van de straat het hoogste lied. Overal in de stad is de natuur aanwezig en vind je groene plekken waar je de drukte van de stad even achter je kunt laten. Van de Jardin de Ville, met zijn groene gazons omringd door prachtige rozenstruiken, tot de wildere begroeiing van het park Ile Verte en de oevers van de Isère.
En kijk daarboven! Een eekhoorn steekt via de boomtoppen de weg over en hupst behendig op het touw dat voor dit doel is gespannen. Met meer dan 5.000 bomen die de afgelopen jaren zijn geplant, tal van initiatieven die de biodiversiteit bevorderen en gloednieuwe ecowijken en bestaande wijken die als voorbeeld dienen (de eerste ecowijk van Frankrijk werd in 2009 ingehuldigd in de voormalige kazerne van Bonne), is Grenoble een van de groenste steden van Frankrijk.
3. Een echte fietsstad
Je zou het misschien niet denken, omdat Grenoble wordt omgeven door bergen, maar het is een van de vlakste steden van Frankrijk. Dat komt door de ligging midden in een vallei. Met 450 km aan fietspaden in de stad, maar ook daarbuiten, is het een paradijs voor fietsers! Al bijna 20 jaar heeft Grenoble een systeem van deelfietsen, Mvélo+ genaamd, waar zowel studenten als toeristen graag gebruik van maken. Je spot de gele fietsen overal in de stad. Ze kunnen per dag (€ 3) of per maand (€ 25) worden gehuurd. Het hele verkeer is erop ingericht om de fietsers ruim baan te geven: op de brede avenues, in de smalle straatjes van het historische centrum, op de kades of in de parken, met je tweewieler kom je overal. Dus fiets ze!
4. Duurzame adresjes op elke hoek van de straat
Met 64.000 studenten en meer dan 25.000 onderzoekers is Grenoble van oudsher een studentenstad én vooral een innovatieve stad. En dat merk je ook aan de groene kant van de stad. Een veganistisch restaurant (Locafé), een duurzame supermarkt (Eléfan), een solidariteitscafé dat met onverkocht voedsel werkt (Bouillon), een stadsboerderij op het dak (Bar Radis, vanaf september 2022) en lokale ambachten staan allemaal in de schijnwerpers. Net als Növem, een lokaal cosmeticamerk met producten op basis van de beroemde walnoten van Grenoble (de eerste noot ter wereld met een eigen AOC sinds 1938), of de Ganterie Lesdiguières, die al sinds 1885 handschoenen van geitenleer maakt. Oké, het is niet veganistisch, maar wel traditioneel en 100% lokaal. Een mooi voorbeeld van duurzame knowhow, toch?
5. Een sportieve stad die continu in beweging is
In de winter zie je ze met hun ski's op schouders terugkeren uit de omliggende wintersportgebieden. In de zomer hangen ze aan de touwen, doen ze aan via ferrata of trekken ze hun wandelschoenen aan. Voor de inwoners van Grenoble is buitensporten een tweede natuur. Het hele jaar door zie je hardlopers de Colline de la Bastille bedwingen, waarbij ze een hoogteverschil van 214 meter overbruggen door het Parc Guy Pape, via een schaduwrijk pad met heel veel trappen op de route. Ze brengen je bij het aankomststation van de ‘bollen’, waar je op adem kunt komen bij het uitzicht op de bergen van de Vercors en de Belledonne. Grenoble had in 1995 overigens ook de première van de eerste indoor klimhal van Frankrijk. Dus zowel binnen als buiten is Grenoble continu in beweging!
Door Caroline Revol-Maurel
Een gepassioneerde journaliste die houdt van ruige natuur, reizen en rock. Schrijft net zo graag over de lammergier als over Lou Reed. Vaak in het gezelschap van twee dochtertjes die ook al niet op hun mondje zijn gevallen!