Loups-Garous: de echte landschappen achter de sprookjes en legendes

Fabelachtige landschappen

BretagneLot, Aveyron, LozèreVogezenmassiefVallei van de DordogneNatuur en buitenactiviteitenNatuurparken

Netflix
© Netflix

Leestijd: 0 minGepubliceerd op 5 november 2024

Dit is de ideale film om met het hele gezin van te griezelen. Dankzij deze Netflix-bewerking kan je het bekende gezelschapsspel ‘Weerwolven’ in het echt beleven. Franck Dubosc, Jean Reno en Suzanne Clément belanden per ongeluk in het middeleeuwse Frankrijk waar boosaardige wezens (weerwolven dus) angst zaaien. Ontdek de landschappen en dorpen in Bretagne, Occitanië en de Vogezen, waar deze fabels en legendes over de weerwolf zijn ontstaan.

In het voetspoor van de Bugul-Noz in Bretagne

Forêt de Brocéliande, Paimpont, France

Menhir de Monteneuf, in Bretagne.
© BERTHIER Emmanuel / Morbihan tourisme - Menhir de Monteneuf, in Bretagne.

Ze noemen hem Bugul-Noz of Bugel-Noz. Twee woorden die ‘herder van de nacht’ of ‘kind van de nacht’ betekenen. Dit uit Bretagne afkomstige fabeldier neemt namelijk het uiterlijk aan van een herder die een wijde mantel en een reusachtige hoed draagt om zijn ware uiterlijk te verhullen: een beest dat veel weg heeft van een weerwolf. Hij houdt zich op in landelijke en bosrijke gebieden, kan paardrijden, maakt jacht op kinderen die hij in zijn hoed verstopt, en op zondaars die hij voor hun misdaden straft. En wee degene die durft te zingen of te fluiten, want die wordt door de Bugul-Noz met één hap opgeslokt. Om het monster op afstand te houden werd er daarom een officieel verbod ingesteld op fluiten of zingen. Maar het belangrijkste doel van de Bugul-Noz was om kinderen af te schrikken zodat ze niet in het donker naar buiten zouden gaan.

Wie het mysterie van de weerwolf wil doorgronden, moet maar eens gaan kijken in de Morbihan, een gebied dat rijk is aan fabels en legendes. 

  • Vannes, dat goed bereikbaar is per trein, heeft niet voor niets het label ‘Ville d’Art et d’Histoire’, gelet op alle zeventiende-eeuwse herenhuizen en vakwerkhuizen, de imposante stadsmuur en natuurlijk de schitterende Cathédrale Saint-Pierre. De Promenade de la Garenne voert je door het historische centrum en langs diverse parken.
     
  • Vlak bij Vannes liggen de Golfe du Morbihan en de Baie de Quiberon, die wordt gerekend tot een van de mooiste baaien ter wereld. Hier liggen diverse eilanden die de moeite waard zijn. Vooral het Île aux Moines vanwege de schilderachtige straatjes, de vissershuisjes, de fleurige steegjes en natuurlijk het adembenemende uitzicht op de baai. Het eiland, bijgenaamd ‘Perle du Golfe’ (parel van de baai) ligt op slechts 5 minuten varen van de kust. Aan de Baie de Quiberon liggen allerlei stranden (Port Maria, Le Rohu en Le Conguel) waar je eindeloos kan wandelen. Liefhebbers van geschiedenis kunnen een uitstapje maken naar het vorstelijke Château de Suscinio op het schiereiland Rhuys. Voor vogel- en plantenkenners is er het ongerepte duingebied van Gâvres. En fans van griezelverhalen en Bretonse legendes zullen genieten van de circa 3000 menhirs die in rijen staan opgesteld in de buurt van Carnac. 
     
  • Vanaf Quiberon kan je met de boot naar Belle-Île-en-Mer, het grootste eiland van Îles du Ponant. Dankzij het zeer gevarieerde landschap, de witte zandstranden en de indrukwekkende kliffen is Belle-Île een ideale bestemming als je er even helemaal uit wil zijn. Er zijn 17 wandel- en fietsroutes langs de kust en door het binnenland. Waar je ook komt, bij de naaldvormige rotsformaties van de Aiguilles de Port Coton, op het strand van Le Donnant of in de vissershaven Sauzon, overal op het eiland is wel iets moois te ontdekken. Vooral wanneer de zon langzaam aan de horizon verdwijnt en de oceaan en rotsen in vuur en vlam zet.

    Een absolute aanrader is de GR34, bijgenaamd Sentier des Douaniers, een wandelroute van meer dan 2000 kilometer langs de kust, met prachtige uitzichten op de omgeving. 
     
  • Als je nog wat tijd over hebt, is het beslist de moeite waard om even te stoppen in het Forêt de Brocéliande, tussen Ploërmel en Rennes. Dit uitgestrekte bos heeft een mystieke uitstraling, ook vanwege het kasteel van Trécesson met zijn legende van de Witte Dame, de Porte des Secrets in Paimpont, en de legendarische Arbre d’Or (zo genoemd vanwege de goudgele kleur van de bast) niet ver van de zogeheten ‘Siège de Merlin’. 
     
  • Als je nog meer wil weten over de sprookjes en legendes in de mysterieuze streken van Bretagne, moet je absoluut een bezoek brengen aan Le Rocher Portail, waar een heuse tovenaarsschool te vinden is. Dit zestiende-eeuwse kasteel ten noorden van Rennes heeft een metamorfose ondergaan om heksen en tovenaars in spe een magische belevenis te bezorgen, met toverlessen en een feestmaal in de banketzaal, die natuurlijk gepaard gaan met allerlei goocheltrucs en toverspreuken. Een fantastisch avontuur voor jong en oud in de wereld van de weerwolven. 

Op zoek naar de Lébérou in de Périgord Noir, in de Dordognevallei

Beynac, France

Roque-Gageac, in de Dordognevallei.
© Alban Gilbert /CRTNA - Roque-Gageac, in de Dordognevallei.

Heb je ooit gehoord van de Lébérou? Dit fabelwezen, dat beroemd is in de Périgord, zou in werkelijkheid iemand zijn die vanwege zijn misdaden is vervloekt. Bij wijze van boetedoening moet hij een wonderlijk ritueel uitvoeren. Bij het vallen van de nacht moet hij de pels van een vos, haas of wolf aantrekken. Om zijn gedaanteverwisseling af te maken moet hij zich in een fontein laten zakken en de rest van de nacht moet hij langs zeven fonteinen of onder zeven klokkentorens door lopen. Dit alles op handen en voeten. Volgens de legende moet je hem ‘s nachts niet tegen het lijf lopen, want dan loop je de kans dat de Lébérou op je rug springt en je dwingt om hem te dragen zodat hij zijn vreselijke opdracht kan uitvoeren. En als hem dat lukt, gaat de vloek op jou over. Zo niet, dan neemt hij zijn menselijke gedaante weer aan om de volgende nacht zijn lot opnieuw te ondergaan. Vandaar de Occitaanse uitdrukking ‘Veilo, cort coma un lebero’: ‘die rent als een Lébérou’.

Dit verhaal over weerwolven is een goede aanleiding om af te reizen naar de Périgord Noir, ten oosten van Périgueux, een gebied in de Dordognevallei dat zich uitstrekt van Hautefort tot Villefranche-du-Périgord, Montignac en Belvès.

  • Begin je uitstapje in de Périgord Noir met een bezoek aan Sarlat. Dit middeleeuwse stadje heeft nog resten die teruggaan tot de twaalfde en dertiende eeuw. De huizen zijn gebouwd van beige natuursteen en hebben prachtige leistenen daken. Verder is de lokale keuken niet te versmaden. Maar in 1766 werd deze omgeving geteisterd door het ‘Bête de Sarlat’, een monster dat werd omschreven als een weerwolf die wel vijftien mensen zou hebben gedood.
  • In de Périgord Noir vind je ook een van de mooiste dorpen van Frankrijk, namelijk Beynac. Dit is een vesting op een imposante rots. Behalve de burcht (bij zonsondergang op zijn mooist) en de schilderachtige straatjes is het panorama van het dal met vijf kastelen die achter het kerkhof opdoemen, zeer de moeite waard. En niet te vergeten de Dordogne met het haventje van Beynac, waar je heerlijk kan wandelen.
  • Het naburige dorp La Roque-Gageac aan de voet van een steile rotswand mag er ook wezen. Bezienswaardig zijn een veertiende-eeuwse kerk, een exotische tuin en het Manoir de Tarde, een groot huis met een ronde toren in de stijl van de streek. Het in de rotsen uitgehakte twaalfde-eeuwse fort van La Roque-Gageac kijkt prachtig uit over de Dordogne die in de diepte stroomt. 
  • Rijd tot besluit van je tocht door de Périgord Noir naar Belvès, helemaal in het zuiden van de streek. Dit middeleeuwse vestingplaatsje kijkt uit over het dal van de Nauze en heeft behalve een fraaie ommuring ook een belfort uit de twaalfde eeuw, een markthal uit de veertiende eeuw en verdedigingswerken uit de elfde eeuw. Maar ook zeven klokkentorens, die kunnen luiden als er weer een Lébérou rondwaart om van zijn vloek verlost te worden. Als iemand je hier een hand wil geven, pas dan goed op! Wanneer hij zijn handpalm naar beneden houdt, kan je volgens de legende te maken hebben met een Lébérou …

Pas op voor het monster van de Vogezen!

Parc naturel régional des Ballons des Vosges, Rue du Couvent, Munster, France

Boswandeling in de Vogezen.
© Bestjobers - Boswandeling in de Vogezen.

Ken je het verhaal van het ‘Bête des Vosges’? Op 28 maart 1977 werden verschillende schapen dood aangetroffen in het dorp Domèvre-sur-Durbion, in het Massif des Vosges. De verwondingen spraken voor zich: dit was het werk van een wolf, en zelfs een hele grote. Jagers vonden indrukwekkende pootafdrukken van 8 cm breed en 12,5 cm lang die duidden op een massief, lenig en extreem sterk beest. In de weken erna deden zich nog meer aanvallen voor, ook op koeien en paarden, en niets leek het vreselijke beest te kunnen stoppen. Noch de 26 drijfjachten, noch de 1800 streekbewoners die eraan meededen. Het beest werd gesignaleerd in Rambervillers en Moriville, en vervolgens verder zuidwaarts in de buurt van Rochesson en La Bresse. In nog geen zes maanden tijd werden er meer dan 300 dieren aangevallen, soms zelfs op klaarlichte dag. 

Sommige mensen dachten dat er een duivels monster in het spel was en zowel de lokale als de landelijke pers volgden de zaak op de voet. De wildste theorieën deden de ronde: er zou een sadistische dierentemmer achter zitten of een Duitse industrieel… De zaak is nooit opgelost en uiteindelijk zijn de aanvallen gestopt. Maar de geschiedenis van het beest heeft een grote impact gehad op de folklore van de Vogezen en het mysterie is hier nog steeds voelbaar in de bossen. Het landschap waar het beest van de Vogezen heeft huisgehouden, kan je zelf verkennen via de zuidelijke lus van de wandelroute GRP van de streek Déodatie, tussen Saint Dié en Gérardmer.

In de Vogezen doen nog veel meer legendes en verhalen de ronde over monsters en weerwolven, zoals de reus van Kertoff, de fee Polybotte, de spinster van Meugeaux, de reuzin van de varens en de Houéran.

Dat is een van de redenen waarom we je aanraden om een kijkje te nemen in het regionale natuurpark van de Ballons des Vosges, ten zuiden van Nancy en ten westen van Colmar, tussen de departementen Vosges en Haute-Savoie. Het is een ideaal wandelgebied, met een gevarieerd reliëf en talloze wandelroutes. Bijvoorbeeld over de Hautes-Chaumes, een uitgestrekte hoogvlakte, of het Plateau des Mille Étangs met zijn vele meertjes en schitterend uitzicht op de ronde toppen van de Vogezen. Bovendien is de fauna heel divers. Zo leven er uilen en valken, maar ook de lynx schijnt hier goed te gedijen. 

Meer naar het noorden vind je een aaneenschakeling van bergpassen, de een nog mooier dan de andere, zoals de Col du Herrenberg, de Col de la Schlucht, de Col Bagenelles, de Col du Bonhomme en de Col du Calvaire. Het hele jaar door heeft deze streek genoeg te bieden. De ultieme belevenis is wel een overnachting in het Parc Sainte Croix, een dierenpark waar je te midden van de wolven slaapt. Het ligt aan de rand van het Parc Naturel Régional des Vosges du Nord, dat eveneens een schitterend wandelgebied Is. 

En als je eind januari in de Vogezen bent en van fantasyfilms houdt, dan moet je beslist het filmfestival van Gérardmer bezoeken, dat hier al sinds 1994 wordt gehouden. Een passend besluit van je dag in een streek die rijk is aan griezelverhalen en legendes!  

In het kielzog van het Bête du Gévaudan in de Lozère

Parc naturel régional de l'Aubrac, Route d'Aubrac, Saint-Chély-d'Aubrac, France

Plateau de l'Aubrac, in de Lozère (Occitanië).
© Valérie-Anne Varenne / CRTL Occitanie - Plateau de l'Aubrac, in de Lozère (Occitanië).

In het rijtje van legendes over wolven en andere monsters mag die van het verschrikkelijke beest van de Gévaudan niet onvermeld blijven. We schrijven juni 1764. In de omgeving van Langogne wordt een herderinnetje aangevallen door een grote wolf, of liever gezegd een onbeschrijflijk monster. In een kort tijdsbestek maakt ‘het Beest’ twaalf slachtoffers en nog veel meer gewonden. Het wordt gesignaleerd in de streek Gévaudan, op de grens van de Auvergne. In de loop van het jaar worden er een paar wolven gedood, maar de aanvallen stoppen niet. Totdat op 19 juni 1767 Jean Chastel, een wat zonderlinge boer, een kolossale wolf van 53 kilo doodt. Vanaf dat moment wordt er niemand meer aangevallen en daarmee eindigt een verschrikkelijke periode van drie jaar angst en terreur, waarin er tussen de 82 en 124 slachtoffers vielen. 

In de daaropvolgende eeuwen en tot op de dag van vandaag levert het ‘Bête du Gévaudan’, symbool van een collectief trauma, nog genoeg stof voor verhalen, boeken, strips en toneelstukken.

Het Beest heeft zijn sporen achtergelaten in de Lozère (voorheen de provincie Gévaudan) en een deel van het departement Haute-Loire. Zo is er een Parc des Loups du Gévaudan in Saint-Léger-de-Peyre, tussen het plateau van La Margeride en de streek Aubrac. In dit bosrijke gebied van twintig hectare leven circa honderd wolven in semi-vrijheid. Een mooie kans om meer te weten te komen over deze beesten waarover helaas nog veel vooroordelen bestaan. 

Niet ver daarvandaan, in het noordwesten van de Lozère, ligt het Parc Naturel Régional de l’Aubrac, een schitterend natuurgebied met heuvels, watervallen en een uitgestrekte hoogvlakte op 1200 meter. Een landschap van een ongekende schoonheid dat je nergens anders in Frankrijk aantreft. 

Je kan je tocht door het gebied van het monster van Gévaudan mooi afsluiten in het Forêt de Mercoire in het noordoosten van de Lozère bij La Margeride, het grootste granietplateau van Europa op de grens tussen de Cantal en de Haute-Loire. Dit dichtbegroeide woud met 1500 meter hoge bergtoppen, woeste beken en prachtige meren (Naussac, Charpal) is heel geschikt voor wandelen, paardrijden of mountainbiken. En wie weet dat je tussen de bomen nog een glimp van het monster opvangt ... 

Door France.fr in samenwerking met Netflix

France.fr en Netflix France nemen je mee in de voetsporen van de personages uit de series die door dit streamingplatform worden geproduceerd.

Lees ook