De Champagne is een van de streken in Frankrijk met de meeste glas-in-loodramen. De eeuwenoude traditie is verheven tot ware kunst en het glas-in-loodraam is populairder dan ooit. Hoe weet deze kunst zich blijvend te vernieuwen? En hoe inspireert ze tot hedendaagse creaties? Worden de ramen nog steeds op dezelfde manier gemaakt? We vroegen het Flavie Serrière Vincent-Petit, ontwerpster en restaurator van glas-in-loodramen in Troyes.
Wat is volgens jou de definitie van een glas-in-loodraam?
Volgens de definitie van Jean Lafond is een glas-in-loodraam een decoratieve compositie die door de doorschijnendheid van het materiaal effect sorteert (...) en waarvan het hoofdbestanddeel tot op heden nog steeds bestaat uit glas. Deze definitie is ruim genoeg om van toepassing te zijn op zowel de vroegmiddeleeuwse als de hedendaagse glas-in-loodramen. Glas-in-lood betreft ook vaak een assemblage van glas, smeedwerk en soms lood. En dan is er ook nog de definitie van Vitellion, een middeleeuwse monnik uit Germanië die zei: “Het glas-in-loodraam is het medium dat fysiek licht verandert in goddelijk licht.” Ik vind dat een mooie omschrijving.
Wat is de link tussen jouw werk als ontwerpster en als restaurator?
Beide vullen elkaar aan. Wanneer je een glas-in-loodraam restaureert sta je volledig in dienst van het antieke kunstwerk. Je moet het zijn zichtbaarheid teruggeven zonder de authenticiteit aan te tasten. Het is een kalm, meditatief gebeuren. Zelf iets creëren is veel stressvoller. Je neemt risico’s. Het antieke glas-in-loodraam is een grote inspiratiebron voor mijn creaties, waarbij ik me baseer op de oude iconografie en technieken, maar dan volledig herzien. Het antieke glas-in-lood is een van mijn creatieve drijfveren.
Wat is het verschil tussen de oude en hedendaagse glas-in-loodkunst?
Ik weet eigenlijk niet of er wel een verschil is. De oude technieken staan in dienst van mijn artistieke ontwerpen. Deze hele cultuur van vroeger wordt gebruikt in de hedendaagse kunst en architectuur, waardoor men de dingen anders ziet en benadert.
Matisse, Chagall, Soulages, Benzaken, Raysse … Op welke manier gaan deze kunstenaars om met de kunst van het glas-in-lood?
Een van de valkuilen van de hedendaagse glas-in-loodcreatie is om te proberen een zekere regelmatige ondoorzichtigheid van het 'doek' te vinden en de transparante ondergrond te willen ontkennen, in plaats van te spelen met datgene wat de essentie van glas-in-lood is: de confrontatie aangaan met de ondoorzichtigheid, de opaalachtige weerschijn en de transparantie. Het werken met een tweezijdige transparante ondergrond kan erg destabiliserend werken. Het kan ertoe leiden, zoals in de 19de eeuw, dat de verf eropgeplakt lijkt: het is een kunstwerk op het raam en niet een glas-in-loodraam dat bij de architectuur past. Men vergeet dat het glas-in-loodraam een aanvulling behoort te zijn en dat dat nu juist de essentie ervan is. Ik interesseer me vooral voor de lichtval. Het glas-in-loodraam is niet los te zien van de architectuur en vanwege deze architecturale beperking creëren we lichte ruimtes. Als er geen dialoog is tussen het glas-in-loodraam en de architectuur, dan gaat er iets verloren.
Door Lisa Azorin
Journaliste-redactrice