De favoriete spots aan de Franse Atlantische kust van kitesurfster Charlotte Consorti

Charlotte neemt ons eerst en vooral mee de bergen in, waar we getrakteerd worden op een panoramisch uitzicht over de Baskische kust. Met een traditioneel houten treintje rijden we naar de top van La Rhune, door een indrukwekkend natuurgebied, waar je gieren kunt spotten en Baskische pony’s (Pottoks) in alle vrijheid rondzwerven. Daarna zakken we geleidelijk aan af richting de Baskische kust. Onderweg houden we even halt bij Venta Yasola, een aloude herberg met uitstekende regionale producten. Het brede zandstrand in Biarritz is dankzij de lange en regelmatige golven een mekka voor zowel beginnende als ervaren surfers. Even voorbij de surfers, op een rots aan het uiteinde van het strand, staat de beroemde Villa Belza, een mooi voorbeeld van de typische art-decostijl van de stad. We ronden onze dag af met een yogales in de openlucht, gevolgd door een aperitiefje met tapas bij Etxola Bibi, een bar met prachtig uitzicht over de zilver glinsterende oceaan.

Omdat we graag rondzwerven op reis, stappen we in onze ‘van’ die we hebben gehuurd bij Roadsurfers, en trekken we richting Saint-Jean-de-Monts in de Vendée. Deze badplaats met typische jaren-60-architectuur heeft kilometerslange zandstranden. Niets heerlijkers dus dan te paard langs de vloedlijn galopperen in het licht van de ondergaande zon. Oesters zijn het product bij uitstek in deze streek. Charlotte raadt ons aan om ze te proeven bij de kweker zelf. David Lecossois vertelt ons vol passie over zijn vak en bereidt voor ons een fantastische maaltijd, die we met veel plezier opsmullen op het strand. Nog een aanrader: de ‘Route du Sel’, waarbij je op een ecologisch verantwoorde manier de lokale zoutpannen verkent per kano.

Pornic, onze eerste halte in Bretagne, weet ons meteen te verrassen. Het rotsachtige Plage des Sablons met zijn pijnbomen, elegante villa’s, typische plantengroei en goudbruin zand is een echt plaatje. We vertrekken er voor een tochtje met de fiets langs het kustpad, waar de in deze streek typische vissershutten op palen staan. We hebben er trouwens eentje gehuurd om zelf op authentieke manier op schol te vissen. Als je het loopbruggetje opstapt, de zee onder je voeten ziet en de deur van deze leuke hutten opent, verdwijnt de rest van de wereld al snel en heb je enkel nog oog voor de immense oceaan. Heerlijk!

We vervolgen onze roadtrip om de Golfe du Morbihan te ontdekken, op zoek naar een andere omgeving, rust en ongerepte natuur. Zet koers naar het Île d’Arz, ook wel het kapiteinseiland genoemd omdat het generaties bekende zeelieden heeft voortgebracht. Dit rustige groene eiland beleeft een complete wedergeboorte door de jonge landbouwproducenten die terugkeren naar het land om er biologische landbouw te beoefenen. We volgen Charlotte op de fiets over de 16,5 km het eiland rond en nemen de tijd hier en daar te stoppen om van het zoete leven te genieten. Overal heerst een gevoel van insulaire vrijheid. De grillige kust heeft tal van kreken en gezien het milde klimaat kunnen we de verleiding van een bad in het turquoiseblauwe water niet weerstaan!

De laatste etappe van onze ontdekking van de Atlantische kust brengt ons naar Bénodet, een plaats met een authentieke retrocharme, tegenover de Glénan-archipel. Charlotte, die al vanaf het begin van deze roadtrip popelt om haar zeilen te hijsen, neemt ons mee naar het grootste eiland, Saint-Nicolas, voor een paradijselijke sessie kitesurfen. Deze eilandengroep, beroemd om zijn stranden met fijn zand, zijn inheemse flora en zijn transparante wateren, lijkt de tropische eilanden te tarten. Ver van milieuvervuiling laat het rijke en gevarieerde ecosysteem van de Glénan-archipel zich in een dag ontdekken, met duiken, zeilen, een tochtje in een boot met glazen bodem of een wandeltocht. Met een flensje en een kom cider mogen we dat een mooie afsluiting noemen!