Parijs en de filmwereld kunnen niet zonder elkaar, en dat is al jaren zo! De lichtstad biedt filmploegen niet alleen glitter en glamour, maar ook een warm onthaal, maar bovenal is Parijs voor veel cineasten nog altijd een geliefd filmdecor. In dit artikel kan je hen vanaf de top van de Eiffeltoren tot aan de kades langs de Seine op de voet volgen langs hun favoriete spots.
Op 28 december 1895 organiseerden de broers Louis en Auguste Lumière de eerste openbare vertoning met hun cinematograaf in de kelder van het Grand Café aan de Boulevard des Capucines. Sinds die historische dag zijn de banden tussen de filmwereld en Parijs nooit verwaterd. Filmmakers zijn gek op Parijs en omgekeerd. Of het nu gaat om reclamespots, tv-series, korte films of speelfilms: er gaat geen dag voorbij of er wordt wel een film in Parijs opgenomen, en niet één maar minstens tien! Laat je meevoeren langs de monumenten en boegbeelden die door de cineasten worden gekoesterd.
De Eiffeltoren: een onmisbare landmark
We beginnen bij het baken van de hoofdstad, dat in geen enkele film die zich in Parijs afspeelt mag ontbreken. De toren is zo populair dat hij, al dan niet op de voorgrond, op talloze filmposters voorkomt (Le ballon rouge, Le dernier métro, Benjamin Gates, Ratatouille, On connaît la chanson, enz.). Maar vaker nog speelt de Eiffeltoren een rol in de film zelf. En soms zelfs een hoofdrol, zoals in Le Mystère de la Tour Eiffel, À l’assaut de la Tour Eiffel en The Man on the Eiffel Tower. De ijzeren Dame heeft ook een glansrol gespeeld in diverse publieksfilms. Denk maar aan Roger Moore die de trappen oprent als hij Grace Jones achtervolgt in A View to a Kill, aan Mimi-Siku die de toren op handen en voeten beklimt in An Indian in the City, of aan Jackie Chan en Chris Tucker die in Rush Hour 3 een robbertje vechten in restaurant Jules Verne op de eerste verdieping van de Eiffeltoren. Waar sommige cineasten er niet genoeg van krijgen om het icoon in de spotlights te zetten, lijken anderen er haast een duivels genoeg in te scheppen om de toren te belagen. In Independance Day, Armageddon, The Great Race en* Mars Attack* wordt hij bijvoorbeeld vernietigd door meteorieten, kanonskogels of laserstralen. Gelukkig niet in het echt!
De Champs-Elysées bij zonneschijn of in de regen
Net als de Eiffeltoren is de Arc de Triomphe een belangrijk herkenningspunt voor wie zijn film (of een filmscène) in Parijs wil situeren. Het is dus niet verwonderlijk dat deze statige boulevard, die bij de imposante triomfboog eindigt, in talloze films als decor is gebruikt. Het zou te ver voeren om ze hier allemaal op te sommen, maar er is één cultfilm die eruit springt: A bout de souffle uit 1960, waarin hoofdrolspeelster Jean Seberg in een t-shirt met het opschrift van de New York Herald Times en deze krant onder de arm de Champs-Elysées afloopt.
Parijse bars en bistrots …
En dan de traditionele Parijse cafés! In films worden ze maar wat graag ‘old school’ opgevoerd, met een zinken toog, spiegels met geslepen randen, geblokte tafelkleedjes en een terras met rotanstoelen. Daarnaast komen ze in allerlei varianten voor in films als Paris (Aux Folies, Rue de Belleville 8), OSS 117: Cairo, nest of Spies (Auberge Pyrénées Cévennes, Rue de la Folie-Méricourt 106) en Le Fabuleux destin d’Amélie Poulain (Café des deux moulins, Rue Lepic 15). Maar de absolute ster is toch wel Bistrot La Renaissance (Rue Championnet 112) die in de meest uiteenlopende films als decor heeft gediend, zoals The Blood of Others, Les Ripoux en zelfs Inglorious Bastards van Quentin Tarantino!
… en chique restaurants
Maar in Parijs wordt ook gegeten, en behoorlijk lekker naar het schijnt! Geen wonder dat de camera’s maar wat vaak gericht worden op het interieur van beroemde Parijse restaurants, of die nu de grandeur van weleer uitstralen, zoals Lapérouse (waar Serge Jane ontmoet in Gainsbourg: A heroic life), of schitterende glaspuien en kristallen kroonluchters hebben, zoals La Grande Cascade (waar Catherine Deneuve op het terras zit te wachten in Belle de jour). De chique Parijse restaurants zijn soms ook een inspiratiebron voor tekenfilms. Denk maar aan het beroemde etablissement Chez Gusteau uit de kaskraker Ratatouille, dat een geslaagde imitatie is van restaurant La Tour d’argent hoog boven de Pont de la Tournelle die de Seine overspant. Maar als zo’n filmploeg een bekend Parijs restaurant binnenvalt, wordt de boel soms behoorlijk overhoopgehaald, zoals in Nikita, waar Anne Parillaud met een machinegeweer tekeergaat in de keukens van Le Train Bleu, het barokke restaurant in het Gare de Lyon, om daarna in de weelderig ingerichte eetzaal doodleuk haar glas champagne op te drinken.
Iconisch Montmartre
Montmartre is al heel lang een geliefd decor voor menige speelfilm. Sinds L’Assassin habite au 21, French Cancan en Les quatre cent coups zijn enkele van de grootste klassiekers van de Franse filmindustrie op de heuvel van Montmartre opgenomen. En deze traditie wordt nog steeds voortgezet. Zo ademt Le Fabuleux destin d’Amélie Poulain van begin tot eind de sfeer van Montmartre, van de Marché de la Butte en de Square Willette, aan de voet van de Sacré-Coeur, tot aan de wijnranken in de Rue Saint-Vincent. En als de filmploegen niet naar Montmartre komen, komt Montmartre wel naar de filmstudio’s: in zowel An American in Paris als Moulin rouge spelen diverse scenes zich af in een kleurrijk nagemaakte versie van Montmartre, die nauwelijks van het origineel te onderscheiden is.
Romance aan de kades
Wat is er romantischer dan een wandeling in nachtelijk Parijs over de bruggen en langs de kades van de Seine? Je hoeft maar te kijken naar Marion Cotillard en Owen Wilson die eindeloos langs de rivier slenteren in Midnight in Paris en je zou willen dat je er zelf liep … Maar soms worden de kades voor heel andere doeleinden gebruikt, bijvoorbeeld wanneer Leonardo di Caprio in Inception onder de Pont de Bir-Hakeim door loopt, of wanneer Matt Damon de Pont Neuf opgaat in Bourne Identity, dat zijn niet bepaald idyllische taferelen... Toch blijven de oevers van de Seine het ideale kader voor de ontknoping van een liefdesgeschiedenis. Van de tientallen romantische scenes die daar zijn opgenomen, is die van Charade uit 1963, waarin Gary Grant en Audrey Hepburn over de Quai de Montebello zwieren, onvergetelijk. Grappig genoeg was het in diezelfde Parijse setting dat Audrey Hepburn slechts een paar maanden later het hart veroverde van William Holden in Paris – When It Sizzles, en daarna ook nog eens dat van Peter O’Toole in How to steal a Million. Maar goed, zoals de geliefde actrice zelf placht te zeggen: ‘Paris is always a good idea…’
Door Julien Hirsinger
Journalist