Op naar de eilanden die het verst van het Franse continent af liggen en midden in de Pacifische Oceaan: Wallis en Futuna! Maak je klaar voor een buitengewone reis naar een van de meest geheimzinnige bestemmingen ter wereld. Op het programma staan vulkanische landschappen vol met kratermeren, gekleurde kerken en oude Tonga-vestingen. Het helderblauwe water van de lagunes is ideaal voor zeiltochten en kanovaren. Inpakken en wegwezen! Deze bijzondere eilanden van Frans-Polynesië liggen op je te wachten.
De mooiste plekken op de eilanden Wallis en Futuna
Geografisch gezien zijn Wallis en Futuna eigenlijk geen archipel, maar bestaan ze uit twee eilandengroepen met vulkanisch reliëf, die van oudsher in drie gebieden zijn onderverdeeld: de Wallis-eilanden, met de door koraaleilandjes omgeven lagune, en de Futuna-eilanden.
Wallis
Op Wallis moet je beslist een bezoek brengen aan het koninklijk paleis in hoofdstad Mata Utu, een prachtig gebouw in koloniale stijl, waarvoor veel traditionele feesten plaatsvinden, zoals de fascinerende danswedstrijden. Ook de kathedraal van Mata Utu, een imposant gebouw gemaakt van lavasteen pal tegenover zee is mooi om te zien. Maar de bakermat van de evangelisatie van het eiland is toch wel Mala’efo’ou, beroemd om zijn Sint-Jozefkerk, een bouwwerk met een bont interieur uit 1859.
Om meer van de geschiedenis van Wallis en Futuna te begrijpen, die ooit onder de heerschappij van het koninkrijk van de Tonga’s vielen, mag een bezoek aan de plek Talietumu met zijn basalten overblijfselen van een 15de-eeuwse vesting, of aan Tonga Toto, met de oude vesting hoog boven zee, niet ontbreken.
Futuna
Het heiligdom Saint-Pierre Chanel in Poi herinnert aan de zware beginperiode van de evangelisatie: de plek is gewijd aan een van de eerste missionarissen in het Pacifisch gebied, die in 1841 werd gedood door koning Niuliki en later uitgeroepen tot beschermheilige van Oceanië.
Het landschap van Wallis en Futuna bewonderen
Om van de schoonheid van de eilanden te genieten neem je op Futuna, het steilste eiland, de kustweg die zich slingerend een weg baant tussen de duizelingwekkend steile kliffen en de zee. Onderweg kun je halt houden bij de landpunt La Pyramide om te genieten van het panoramische uitzicht, en in Vaisai, om een typische ‘fale fono’ te zien: een traditionele hut waar de inwoners samenkomen om kava te drinken, een traditioneel kruidenbrouwsel. Viasai is ook het vertrekpunt van een mooie wandeling naar de berg Puke (522 meter), waar de beschermgodin van Futuna zou verblijven.
Wil je de top van het eiland Wallis bereiken, dan is het hoogteverschil wat bescheidener: de berg Lulu Fakahega is slechts 151 meter hoog, maar bij het beklimmen en afdalen kun je wel heerlijk van de vele uitzichten genieten. In het zuidwesten kun je verlekkerd naar het zoutwatermeer van een krater kijken: het meer Lalolalo met zijn uitgestrekte blauwe water heeft een doorsnede van 400 meter (en een diepte van 80 meter!) en ligt midden in een groene omgeving. Het is het grootste van de vijf kratermeren op het eiland.
Maar op Wallis moet je ook zeker genieten van de prachtige lagune en omliggende atollen. Met een zeilboot of een va’a, de traditionele uitleggerkano, kun je de eilanden Nukuteatea, Nukuhione en Nukuhifala het beste verkennen. Ook de witte zandstranden, omzoomd door kokosbomen, zullen in de smaak vallen van waterratten en duikliefhebbers. Om verlaten stranden te ontdekken kun je ook met de boot naar het eiland Alofi varen, twee kilometer ten zuiden van Futuna, een volledig onbewoond paradijs.
Culinaire specialiteiten en souvenirs van Wallis en Futuna
Uit Wallis en Futuna keer je onvermijdelijk terug met vrolijk gekleurde herinneringen, om te beginnen met die van de typische gerechten. Een van de specialiteiten is in de oven gerookt varken, vooral gegeten bij traditionele feesten, waarbij het als offergave wordt gebruikt. Het varkensvlees wordt ook met ‘bami’ gegeten, een gerecht uit Nieuw-Caledonië. Bij de visgerechten is het smullen van de barracuda. En net als in de rest van Frans-Polynesië is de zoete aardappel een terugkerend ingrediënt in veel recepten.
Als souvenir moet je vooral lokale handwerkkunst mee terug in je koffer nemen: schelpenkettingen, voorwerpen van tapa (schors van de tropische moerbeiboom), gevlochten matten van pandanusbladeren, houtsculpturen en Ta’ovala, de traditionele ceremoniële lendendoek van bourao-schors, een soort hibiscus. En dan is de vakantie alweer voorbij! Volgende keer met een cruiseschip misschien?