Al eeuwen proberen kunstenaars als Monet en Sartre de vinger te leggen op wat Le Havre precies zo bijzonder maakt. Geregeld met succes. Al moet je de stad wellicht toch nog altijd met jouw eigen ogen zien om de mystiek ervan te vatten.
Het is maar een indruk, jongens!
Het was in Le Havre dat Claude Monet in 1872 Impression, soleil levant schilderde – een werk dat toen zo uitzonderlijk én berucht was dat het zijn naam verleende aan één van de belangrijkste stromingen uit de kunstgeschiedenis: het impressionisme. De schilder, die in Le Havre opgroeide, zou het doek volgens sommige historici initieel zo hebben genoemd om de toen haast onvermijdelijke kritiek te pareren dat het er, welja, niet zo netjes uitzag – het is maar een indruk, jongens! De kritiek kwam er sowieso, net als de lofbetuigingen, en de ‘indruk’ van de roeibootjes in de haven Le Havre tegen de achtergrond van een bloedrode zon veranderde het gezicht van de kunstgeschiedenis.
Nu kun je uiteraard stellen dat Monet die bootjes evengoed in een andere havenstad had kunnen schilderen, maar neem dit nu maar gewoon van ons aan: in Le Havre zit er iets in het zeewater. Want Monet was lang niet de enige wereldvermaarde schilder die zich door het buitengewoon licht aan de monding van de Seine liet inspireren: Boudin, Pissarro en Sisley haalden er eveneens geregeld de penselen boven. En de stad trok doorheen de eeuwen ook een pak notoire schrijvers aan, onder wie Honoré de Balzac, Jean-Paul Sartre, Henry Miller en Guy de Maupassant.
Overal beton
Le Havre heeft iets waar weinigen hun vinger op kunnen leggen – die atmosfeer, dus – en het is precies dat wat de stad zo bijzonder maakt. En zo aantrekkelijk. Met dank weliswaar ook aan de in Brussel geboren architect Auguste Perret, die na de Tweede Wereldoorlog carte blanche kreeg om een nagenoeg volledig platgelegde stad opnieuw op te bouwen. Perret was een pionier in het gebruik van gewapend beton, en dat is er ook vandaag nog altijd aan te zien. Meer nog: de indrukwekkende wijze waarop Perret en de zijnen ervoor zorgden dat Le Havre een uithangbord werd van de moderne architectuur is vandaag Unesco-werelderfgoed. Bezoek sowieso de imposante (en volstrekt unieke) Saint Joseph-kerk, en de roemruchte Porte Océane, waar stad, haven én strand samenkomen.
De yoghurtpot
Le Havre kent daarnaast nog verschillende andere architecturale hoogstandjes, al steekt de redelijk weergaloze schouwburg Le Volcan er wellicht met kop en schouders bovenuit. Het bouwwerk van Oscar Niemeyer breekt ogenschijnlijk volledig met de visie van Perret en dat werd de Braziliaanse architect niet door iedereen in dank afgenomen. Le Volcan wordt door zijn buitengewone vorm door veel inwoners van Le Havre al eens smalend ‘de yoghurtpot’ genoemd. Maar als je Niemeyer de vraag stelde, antwoordde hij steevast dat zijn ontwerp pas tot zijn recht komt omwille van het contrast met Perret, en dat hij zijn voorganger dus helemaal niet wou afvallen. En draai het of keer het zoals je wil: zoals Le Volcan bestaan er geen twee bouwwerken op aarde.
Maar beklim zeker ook de toren van het stadhuis – de zeventiende verdieping biedt een uitzonderlijk zicht op de stad – en spring binnen in het Appartement Témoin Perret, een showappartement uit het midden van de vorige eeuw dat Perrets visie op het leven in de moderne stad helemaal afmaakt.
Stad in beweging
En anders ga je maar naar Docks Vauban, een rist 19de-eeuwse dokken die zijn omgeturnd tot een bruisend winkelcentrum en aantonen dat Le Havre na meer dan vijf eeuwen een stad in beweging blijft. Of je bezoekt het MuMa (musée d’art moderne André-Malraux), dat haast vanzelfsprekend onderdak biedt aan een aanzienlijke collectie impressionistische werken, en waar tot 3 november 2019 ook een retrospectieve te zien is van de fauvistische schilder Raoul Dufy – één van de belangrijkste Franse kunstenaars uit de eerste helft van de 20ste eeuw.
Kunstenaars hebben het licht gezien
En zet zeker ook al de tentoonstelling Nuits électriques in jouw agenda – met stip! De expo loopt van 3 april tot 20 september 2020 en maakt deel uit van een aanhoudend onderzoek van het museum waarin aan de hand van de werken in de collectie wordt gekeken hoe al dan niet wetenschappelijke veranderingen doorheen de eeuwen een effect hadden op het werk van kunstenaars. Zoals de introductie van kunstlicht in het stedelijke nachtlandschap. Of hoe de stad er in het begin van de 20ste eeuw ’s nachts plots heel anders uitzag, en hoe dat niet alleen voor een compleet andere dynamiek zorgde, maar ook kunstenaars zodanig fascineerde dat ze er hun nachtelijke absintescapades zowaar voor aan kant schoven en met een ezel de straat op trokken.
Door Ben Van Alboom
Ben Van Alboom is een Belgische journalist die houdt van film, muziek, fotografie, podcasts, musea en – uiteraard – reizen. Het liefst van al per trein, want dan kan hij van tijd tot tijd ook nog eens een boek uitlezen.