In het achterland van de Zuidelijke Franse Alpen vind je de mooiste plekken: er zijn ruige bergen van wel 4.000 meter hoog en de landschappen doen sterk denken aan een schilderij. Alleen de lijst ontbreekt nog! De regio kenmerkt zich door authenticiteit, ongerepte natuur en het goede leven is alomtegenwoordig.
Ontdek de verschillende natuurparken
Weidse en ongerepte gebieden, een heldere hemel, adembenemende landschappen en gemiddeld 300 dagen zon per jaar: dat zijn de Zuidelijke Franse Alpen in een notendop. De grootste berg, de Barre des Écrins, is wel 4102 meter hoog! In het voorjaar en de zomer kun je je in dit dynamische berggebied uitleven met allerlei buitenactiviteiten, zoals wandelen, fietsen, watersporten en alpinisme. Vooral in de hooggelegen natuurparken staat je een avontuur te wachten, zoals in het nationaal park Les Écrins, het nationaal park de Mercantour of het regionaal natuurpark van Queyras. Hier is geen massatoerisme te bekennen, maar vind je juist traditionele dorpjes waar de tijd stil lijkt te hebben gestaan.
De natuurparken gelegen tussen de zee en het gebergte brengen veel verwondering teweeg met hun steeds wisselende uiterlijk, zoals het regionale natuurpark Les Baronnies Provençales, het regionale natuurpark Préalpes d’Azur en het regionale natuurpark van de Verdon met zijn beroemde kloof. Allemaal even schitterend om te zien. Een bezoek aan de vesting van Mont-Dauphin is een absolute must. Dit voormalige militaire complex is een nationaal monument en staat op de werelderfgoedlijst van Unesco. Vandaag de dag wordt het gebruikt voor de biologische champignonteelt. Ook hebben de kazenmakerij Monbardon en de zuivelcoöperatie van de Zuidelijke Franse Alpen (Coopérative Laitière des Alpes du Sud) er kelders gemaakt waar kazen, zoals de Bleu du Queyras, kunnen rijpen.
Als een vis in het water
De vallei van Ubaye is een natuurpark waar jong en oud zich kunnen wagen aan rustigere watersporten, zoals kanoën, kajakken, hydrospeed, raften en waterwandelingen. In meerdere plaatsen kun je de benodigde sportuitrusting verkrijgen, bijvoorbeeld in Barcelonnette of Les Thuiles, maar ook in St-Vincent-Les-Forts aan de oevers van het Lac de Serre-Ponçon, een van de grootste kunstmatige meren van Europa dat in 2021 zestig jaar bestond.
Het toerismeseizoen in de vallei begint over het algemeen halverwege april. Voor een adrenalinekick kun je langs stroomversnellingen afdalen, maar je kunt ook rustig peddelen naar de overkant van het stuwmeer en de dag afsluiten met een lekkere barbecue. Te land (wandelen, fietsen, mountainbiken), ter zee (surfen, kitesurfen, wakesurfen, suppen, zeilen, zwemmen) of in de lucht (ziplinen, kitefoilen en paragliden): de keuze is reuze.
Een stapje terug of in een lagere versnelling
Goedgetrainde fietsliefhebbers kunnen hier legendarische heuvels trotseren die bekend zijn geworden door de Tour de France. Je kunt hier in alle veiligheid fietsen, want op bepaalde dagen zijn de bergpassen van Izoard, Galibier, Allos en de klim naar Risoul en Ocières ontoegankelijk voor auto’s. Smulpapen moeten eens de vélofromageroutes proberen waarbij fietsen wordt afgewisseld met gastronomische stops.
De Grande Traversée des Alpes, die het meer van Genève met de mediterrane stranden verbindt, is juist weer geschikt voor fervente wandelaars die van afwisselende landschappen houden, zowel qua flora als qua fauna. Je kunt de wandeltocht ruim van tevoren voorbereiden door je overnachtingen alvast te reserveren. Het is een reis waarbij je in contact komt met de natuur, langs weiden en berghutten. Je kunt de tocht helemaal zelf regelen of kiezen voor een georganiseerde reis.
Een 10.000-sterrenovernachting
Een droom die uitkomt: slapen tussen de sterren in de sterrenwacht van Saint-Véran op 2936 meter hoogte. Uniek toch? Er is plek voor 8 tot 10 personen en er bevindt zich een telescoop met een diameter van 500 mm gericht op de sterrenhemel. Hemel en aarde komen op deze plek samen en bij zonsopgang kun je de magische “groene flits” zien die de Alpen verlicht. Het observatorium ligt duizend meter boven Saint-Véran, het hoogst gelegen dorp van Europa. Vanaf hier is het een voettocht omhoog van 4 à 5 uur in de zomer of 6 uur in de winter met sneeuwschoenen.
Wandelen met de schapen
In de Val d'Allos en in Castellane kun je een wandeling maken en langsgaan bij echte schaapsherders, die je van alles vertellen over hun vak: waar je zoal op moeten letten om de alpenweiden niet te beschadigen, weetjes over hun schapen en ook over de herdershond die over de kuddes waakt.
Als je geluk hebt en je er op het juiste moment bent, dan mag je de herder en de kudde begeleiden op weg naar de zomerweiden. Een geweldige en unieke manier om persoonlijk te ervaren wat het werk van een schaapherder inhoudt.
Door Donatella Luccarini
Journaliste en auteur van boeken en toeristische gidsen Donatella Luccarini begon haar carrière in Milaan bij de Rizzoli Group/Corriere della Sera en Condé Nast. Ze is gespecialiseerd in toerisme, gastronomie, wijn en lifestyle en is lid van de raad van bestuur van de GIST, de Italiaanse toeristische persgroep. Zij weet dus als geen ander wat de reiziger wil.
