Drie dagen in het spoor van het monster van Gévaudan in de Lozère

• Mende is een prachtig uitgangspunt voor je verkenning van de streek Gévaudan. Het heeft namelijk een zeer rijk historisch en cultureel erfgoed, met onder meer een prachtige kathedraal en de apotheek van het voormalige gasthuis. Maar je vindt er ook talloze verwijzingen naar het Bête du Gévaudan, dat vanaf 1764 de streek onveilig maakte. Als je tijdens je wandeling door de straten goed om je heen kijkt, zie je er misschien wel beelden van. En anders ga je naar het Musée du Gévaudan, waar twee complete zalen aan het monster zijn gewijd.
• Na je wandeling door de straten van Mende rijd je naar Saint-Léger-de-Peyre. Hier kan je in het Parc des Loups du Gévaudan wolven observeren die op een bosrijk terrein van een paar hectare in semi-vrijheid leven. En je kan er ook overnachten, want midden in het park staan fraai ontworpen gastenverblijven met grote ramen waardoor je alle kans hebt om deze fascinerende dieren van dichtbij te zien.

• Op deze tweede dag in de streek van het monster van Gévaudan rijd je eerst naar het Château de la Beaume, bijgenaamd het ‘Versailles du Gévaudan’. Deze buitenplaats werd voor het eerst genoemd in de dertiende eeuw, maar het huidige granieten gebouw dateert van het begin van de achttiende eeuw. Ga ook zeker een kijkje nemen in het fraai gedecoreerde interieur, waarin de sfeer van Versailles en Italiaanse invloeden te herkennen zijn. Je ziet er ook een jachtgeweer, een geschenk van de koninklijke wolvenjachtmeester die hierheen werd gestuurd voor een klopjacht op het monster, en een speer waarmee een herder zich tegen het monster zou hebben verweerd. 
• Rijd daarna naar het noordwesten. Na een tussenstop bij het Oculus du Roc des Loups, een kunstwerk in de vorm van een stenen ring, en een lunchpauze bij Le Buron du Ché, kom je in het sfeervolle dorp Nasbinals waar mooie huizen van graniet en basalt staan. De Mariakerk werd vroeger bezocht door bedevaartgangers op weg naar Santiago de Compostella. In de omgeving lopen een paar wandelroutes met prachtige vergezichten, zoals de GR65 en de GR670.
• Na een kleine omweg naar de Cascade du Déroc bereik je de streek Aubrac, die bekendstaat om zijn glooiende groene hoogvlakten. Volg de Route des Lacs langs meren en herdershutjes en rijd naar Marvejols, waar restaurant Le Carré traditionele gerechten serveert. Logis Hôtel de l’Europe, ideaal gelegen in het centrum van de stad, is een prima plek om te overnachten. 

• Als je ‘s morgens vroeg nog een rondje door Marjevols loopt, kan het zijn dat je op rotondes of bij fonteinen een beeld tegenkomt van het monster van Gévaudan. Rijd vervolgens naar het oosten, richting La Margeride. Dit is het grootste granietplateau van Europa, tussen de departementen Cantal en Haute-Loire. En hier is ook de plek waar alles begon: het woud van Mercoire. In de buurt van Langogne maakte het monster van Gévaudan in 1764 zijn eerste slachtoffer: een jong herderinnetje.
• Hoewel het spook van het wolfachtige monster ‘s nachts misschien nog rondwaart in het woud, kan je er overdag met een gerust hart wandelen, mountainbiken, paardrijden of de 1503 meter hoge Moure de la Gardill beklimmen. Een andere bezienswaardigheid is de voormalige cistercienzer abdij van Mercoire, nu een boerenbedrijf. Je kan hier een stuk van de GR70 en de GR470 lopen of vanuit Cheylard-l'Évêque een rondwandeling maken via de Chemin de Stevenson, Lous Pourtaous, Espradels en Laubarnés. Kortom, genoeg te beleven om bijzondere herinneringen aan over te houden in plaats van de griezelverhalen die hier zo lang de ronde deden. 

Meer informatie: 

• Meer informatie over het monster van Gévaudan 
• Ontdek de Lot, de Aveyron en de Lozère in Occitanië 

Lees ook: 

• Bezoek de Lot, de Aveyron en de Lozère