Wandelen met vrienden langs de legendarische kust van Bretagne

Welkom in Morlaix, een bekende havenstad gelegen tussen twee valleien onder het toeziend oog van een 19de-eeuws viaduct. Neem voordat je aan je wandelavontuur over de GR34 begint eerst even de tijd om Morlaix te verkennen. Wandel langs de kades en dwaal door de oude stad over de smalle geplaveide straatjes omzoomd door vakwerkhuizen en romaanse en gotische gebouwen.

In de stad zijn diverse wandelroutes uigezet door de toeristische dienst langs architectonische parels als het beroemde Maison à Pondalez, een prachtig gebouw uit de 16de eeuw. Mis niet de autovrije winkelstraat Grande Rue om die ene geweldige zeemanstrui te scoren en natuurlijk Bretonse specialiteiten voor je picknicks onderweg: makreelrillettes, sint-jakobsschelpen, gezouten boter, cider en heerlijke verse pannenkoeken. 

Sluit de dag af in een van de crêperies van de stad voor het diner, tenzij je de voorkeur geeft aan de vriendelijke sfeer in het Grand Café de la Terrasse, een instituut op de Place des Otages, met de charme van de belle époque door de grote vergulde spiegels en rode banken. 

En om te slapen? Kies voor het Hôtel du Port, niet ver van het viaduct en het culturele complex van de voormalige Tabaksfabriek. Dit adres is bovendien een handige uitvalsbasis voor je wandeling.

Eindelijk kan de wandeling beginnen! Je neemt vandaag de kustweg die naar de überchique badplaats Carantec leidt. Eerst volg je de bochten van de rivier de Morlaix, die steeds breder wordt naarmate je de zee nadert. Dit is het domein van zeewierkwekers, oesterkwekers en zeevaarders. Een prachtige Bretonse mix van bossen en koeienvelden, kleine havens en dorpjes met daken van leisteen. 

Halverwege kom je door het charmante stadje Locquénolé waarvan de kenmerkende  huizen op een beboste helling liggen. Let op de eeuwenoude Vrijheidsboom met zijn knoestige stam en neem de tijd om er rond te slenteren en een bezoek te brengen aan de 17de-eeuwse kerk. En waarom ga je niet voor een picknick met uitzicht op zee in de haven van Dourduff?

Terwijl je over de kustweg loopt, heb je volop tijd om de baai van Morlaix en de monding van de rivier te bewonderen, hier en daar onderbroken door de palen van de oesterkwekerijen. Zo kom je ten slotte aan in Carantec, een van de mooiste en chicste badplaatsen in het noorden van de Finistère.

Het douanepad loopt rond het schiereiland en biedt een onvergetelijk uitzicht op het Château du Taureau (een fort op een eiland ontworpen door Vauban), het eiland Louët (met zijn witte vuurtoren annex kleine conciërgewoning die voor een weekend gehuurd kan worden), het uitzichtpunt Chaise du Curé, de haven en het eiland Callot met toegang via een weg die alleen bij eb vrijkomt (pas op dat je bij vloed niet op het eiland vast komt te zitten: de tijden waarop je kan oversteken worden aangegeven bij de ingang van de weg die onderloopt). 

Een pauze voor een lekker hapje heb je nu wel verdiend! In Carantec vind je goede adresjes in overvloed, zoals Ty Pot, een gemoedelijke bistrot die heerlijke gerechten serveert in een gezellige sfeer. 

En om te slapen? Voor je overnachting vind je in Carantec zowel gezellige gastenkamers als hotels, zoals het Hôtel de la Baie de Morlaix, een etablissement met drie sterren in het hart van de stad, waar ontspanning en comfort hand in hand gaan met een moderne inrichting en kleurrijke accenten.

Van Carantec tot de haven van Roscoff opent het landschap zich naar de grootste tuinbouwregio van Frankrijk, met tomatenkassen en velden met uien, aardappelen en bloemkolen. De kust springt opnieuw in bij de doorgang van de rivier de Penzé, waar zeilboten hun toevlucht zoeken bij slecht weer. Het licht verandert voortdurend, net als de kustlijn die op het ritme van de getijden afwisselend meer of minder bedekt is. 

Nadat je de Pont de la Corde bent overgestoken en de huizen met blauwe luiken van het dorpje beneden hebt bewonderd, volg je het kustpad tot aan Saint-Pol-de-Léon, een pittoresk bisschopsstadje met prachtige granieten burgerhuizen. Als je de moed hebt om naar het stadscentrum te klimmen, kan je daar de net gerestaureerde schitterende kathedraal uit de 13de eeuw bewonderen, en een kapel waarvan de 80 meter hoge klokkentoren hoog boven de omliggende velden uittorent. 

Picknick op een van de stranden van het eilandje Sainte-Anne met een prachtig uitzicht op Carantec en het eiland Callot, of lunch in een van de restaurants van de stad, bijvoorbeeld bij het aan het water gelegen Quai Ouest, met een smakelijke keuken en uitzicht over de zee. Dit restaurant werkt samen met een lokale vereniging die voedselverspilling tegengaat. Hierdoor kost een menu bestaande uit een voor-, hoofd- en nagerecht en bereid met verse producten nog geen 12 euro. Niet slecht, toch?

Met een stevige wandeling gebruik je de energie van de lunch optimaal en kom je aan in Roscoff. Deze voormalige piratenstad is nu een badplaats met een vissers-, plezier- en commerciële haven, en kan bogen op een mooie kustlijn en geplaveide straatjes met elegante granieten huizen uit de 17de en 18de eeuw. Een fijne stad om gewoon wat rond te slenteren en te genieten van het zout van de zeelucht op je gezicht. Bezoek de prachtige en kleurrijke gotische kerk en vergeet niet af en toe omhoog te kijken naar de gebeeldhouwde beeldjes op de gevels tussen de winkels met maritieme producten en de zalig uitziende etalages van de crêperies. 

En om te slapen? In het Hôtel Mercure, gevestigd in een elegant granieten gebouw en waar het merendeel van de gezellige kamers een prachtig uitzicht hebben op de zee, het eiland Batz en de beroemde pier van de piratenstad.

Vandaag zet je koers naar het eiland Batz, op nog geen 3 km van Roscoff. De overtocht naar Batz duurt ongeveer tien minuten en de boten gaan de hele dag door. Het eiland is ligt zo dicht bij de Bretonse kust en lijkt met zijn komma-achtige vorm net een miniatuurversie van Bretagne. Het is omzoomd met stranden die met elkaar zijn verbonden door stroken graniet en gepolijste kiezelstenen. Daartussen is het net een moestuin! Op de velden met zandgrond goeien wortelen, bloemkolen en aardappelen die worden bemest met zeewier. Daarnaast getuigen de tuinen vol agaves, yucca's en cactussen hoe mild dit microklimaat is. 

Je kan het hele eiland rondwandelen of fietsen huren om dit typisch Bretonse eiland, dat slechts 3,5 km lang is, gemakkelijker te verkennen. 

Als je de kust volgt richting het oosten, kom je bij de prachtige tuin Jardin George Delaselle, een tropische oase die beschermd wordt tegen de wind door een cirkel van duinen. In totaal zijn hier meer dan 2.500 soorten uit vijf continenten samengebracht, waarvan de meerderheid afkomstig is uit het zuidelijk halfrond. De exotische planten, het palmenbos, het cactusbos en het tapijt van cordylines van deze aangelegde tuin vormen een prachtig decor voor een dagdroom vol bloemen.

Nadat je de noordkust hebt gevolgd, waar de grazende paarden geen sprietje overslaan van het zoute gras, bereik je het westen van het eiland, het ruigste deel met de meeste granietrotsen. Zoek een plekje op het terras van de Crêperie du Phare om weer op krachten te komen met deze plaatselijke specialiteit en het bijbehorende zeezicht. 

En om te slapen? Dat doe je bij Herbes Folles, een hotel-restaurant aan de zeedijk dat overloopt van de charme.

Terug in Roscoff pik je de draad van de GR34 weer op, die trouw het oude douanepad volgt dat aan het einde van de 18de eeuw werd aangelegd om de smokkel tegen te gaan. De douanebeambten die hier ooit patrouilleerden, gebruikten het om de illegale aanvoer van goederen aan de Bretonse kust te controleren. Dat is ook de reden voor de oude wachthuisjes die je onderweg tegenkomt, gecamoufleerd tussen de rotsen. 

Nadat je het schiereiland Perharidy in de schaduw van de zeedennen hebt bezocht en langs de badplaats Santec-sur-Mer bent gelopen, bereik je het uitgestrekte strand van Dossen. 

Dossen is bij eb een paradijs voor ruiters en strandzeilers, en op elk moment een onmisbare bestemming voor windsurfers, kiters en surfers. Het is een genot om al deze sportievelingen dapper in het water bezig te zien. Misschien wil je het zelf ook wel proberen!

Daarna kan je in de duinen genieten van een picknick. Als je geen genoegen neemt met een broodje, ga dan naar de Beach Break, een supergezellige plek waar je kan genieten van een heerlijke pannenkoek, tapas of huisbereide snacks met uitzicht op de open zee, de golven en het Île de Sieck. 

Vervolg daarna je route door de duinen en langs de rivieren Horn en Guillec die een prima observatiepunt zijn voor talrijke zeevogels zoals de scholekster, de zilverreiger of de strandplevier. 

Maak op de route naar Moguériec een kleine omweg langs het Château de Kerouzéré, een prachtig kasteel uit de 15de eeuw dat geklasseerd staat als historisch monument. Het is het enige fort uit deze periode dat je kan bezichtigen in de Finistère. Het kasteel bevindt zich in uitstekende staat, met drie ronde torens en met kantelen en mezekouwen afgewerkte torens met daarboven spitse daken, prachtige stenen muren en gevels met talrijke schietgaten.  

Nog een klein stukje doorbijten en dan kom je eindelijk aan in Moguériec, een typisch haventje dat bekend staat om zijn kreeftvissers. Bij een stevige storm kan je je laten verrassen door het adembenemende schouwspel van de golven die tegen de dijk beuken die de vissersboten beschermt. Op dit deel van de kust, dat niet beschut wordt door eilanden, hebben de elementen namelijk veel meer vrij spel. De deining heeft de kustlijn in de loop van de jaren getekend: ze is uitgesleten in een chaos van granieten rotsen. 

En om te slapen? Dat wordt La Marine, er is namelijk geen enkel ander hotel op deze plek! Gelukkig ligt het vlak bij de zee, is het heel comfortabel en vind je er een authentieke keuken met lokale producten. Wat wil je nog meer? 

Rond Moguériec is de kust veel minder bevolkt en kom je in een ruiger en wilder deel van Bretagne. Dat is precies wat dit deel van de kust zijn charme en schoonheid geeft. Het verklaart ook waarom deze streek de bijnaam 'kust van legendes' heeft. Bij elke bocht op je pad verwacht je een korrigan (een legendarisch wezen uit de Bretonse folklore) tegen het lijf te lopen. Maar in plaats daarvan zijn het juist surfers die met een glimlach op hun gezicht en een bord onder de arm het vaakst je pad kruisen!

Als je verder westwaarts gaat, kom je bij prachtige zandstranden die beslist niet onderdoen voor die van de Malediven! Te beginnen met het strand van Amiets, waar je vast graag de hele dag zou willen luieren. Het is een perfecte plek om de tocht af te sluiten, maar je kunt ook nog doorwandelen naar het mooie witte strand van Kerfissien. 

Na deze pauze tussen het duingras wandel je door naar de charmante badplaats Plouescat. Je hebt dan voldoende tijd om de gevels te bewonderen aan de kade die zich over bijna 13 km uitstrekt, tussen massieve duinen en granieten rotsen waarvan de vreemde en poëtische vormen tot de verbeelding spreken. Gelegen in een regio die bekendstaat om de rijkdom van zijn tuinbouwproductie, verrast deze karaktervolle stad met zijn prachtige 16de-eeuwse markthallen met houten kozijnen. 

En om te slapen? We raden het Hôtel Spa Côte des Sables aan omwille van de combinatie aan voordelen: ruime kamers met uitzicht op de sublieme baai van Kernic, een wellnessruimte om pijnlijke spieren te verlichten en een gezellig restaurant met lekkere lokale gerechten. 

Nadat je langs de baai van Kernic bent gewandeld en het zachte zand van de stranden van Porsmeur en Porsguen onder je voeten hebt gevoeld, ga je weer op weg voor de allerlaatste etappe van deze wandeling aan de kust van de legendes. Vanaf nu stap je door het koninkrijk van de duinen die bij het minste zuchtje wind lijken te bewegen en heen en weer te wiegen.

Op de route richting de baai van Goulven strekken de duinen van Keremma zich uit over meer dan 6 km, een beeldhouwwerk van de wind en de getijden. Een magische plek tussen land en zee, met lange stranden van wit zand, vijvers en schorren waar witte zilverreigers doorheen waden. De instantie die zich inzet voor het behoud van de kust en de duinen zorgt ervoor dat de biologische diversiteit van deze plekken behouden blijft. 

Als je meer wil weten over de flora en fauna in deze regio, breng dan een bezoek aan het Maison des Dunes, een museumruimte waar je terecht kan voor een interactieve ruimte, rondleidingen en ontdekkingswandelingen. 

Vier dit laatste stuk in het Bretonse land in crêperie Saint Goulven. Dit gastvrije restaurant, genesteld in een bloemenboerderij omringd door dieren, biedt uitstekende zoete en hartige pannenkoeken, maar ook goede typische gerechten zoals boerenstoofpot met kalfvlees, boekweit-sjalottentaart, geroosterd varkensvlees met cider of de beroemde Bretonse kig ha farz (dit laatste alleen op bestelling). 

Volg het laatste deel van je tocht over het pad van de douaniers naar Brignogan-Plages, een charmante badplaats. Dit is een gelegenheid om de prachtige villa's aan zee, de vuurtoren van Pontusval, de kapel van Pol of de eigenaardige menhir van Men Marz te bewonderen. Een geweldige manier om deze verkwikkende wandeling te beëindigen.

Meer informatie:

• Toeristische dienst van Bretagne

Lees ook: 

• Fiets je eigen ‘Tour de Bretagne’ met deze 5 prachtige etappes