‘All the light we cannot see’ is een miniserie op Netflix en een bewerking van de succesvolle roman van Anthony Doerr. Het verhaal speelt zich af in Frankrijk tijdens de Tweede Wereldoorlog, om precies te zijn in de Bretonse kustplaats Saint-Malo. Het gaat over het blinde meisje Marie-Laure LeBlanc en de Duitse soldaat Werner Pfennig, die tegen zijn zin door de nazi’s is gemobiliseerd. Voor de serie is de toenmalige Bretonse kustplaats nagebouwd in Villefranche-de-Rouergue, in de Aveyron, maar wij nemen je mee op een weekendtrip naar het Saint-Malo van nu.
Dag 1: het historische centrum en de stranden van Saint-Malo (4 km)
Intra-Muros, Saint-Malo, France- 10 uur: Je weekend in Saint-Malo in het teken van de serie ‘All the light we cannot see’ begint in de Rue Vauborel op nummer 4. Dit huis, dat door zijn vele ramen net een duiventil lijkt, is van Étienne, de oudoom van Marie-Laure, bij wie ze intrekt nadat ze Parijs is ontvlucht. Hoewel het huidige pand van recenter datum is, geven de gevel met zijn grote grijze stenen en de klinkerstraat een goed beeld van de buurt. Loop in de voetsporen van Marie-Laure de straat uit naar de Rue d’Estrées om daarna linksaf te slaan naar de Rue Robert Surcouf. Hoewel de bakkerij uit het boek niet meer bestaat, moet je wel even gaan kijken naar het statige Hôtel André Désilles, en als je maag knort een tussenstop maken bij een van de vele crêperies in de buurt.
- 11 uur: Loop door de Rue de la Pie qui Boit naar de Place du Guet, waar Marie-Laure een grot ontdekt waarvan de vorm haar doet denken aan een ‘rond brood’. Je kunt de Porte Saint-Pierre bewonderen en het Bastion de la Hollande, waar de heldin van de serie soms haar toevlucht zoekt. Vlakbij ligt het Plage du Môle, waar Marie-Laure als eerste uitstapje in Saint-Malo naartoe gaat om zich te laten overdonderen door het gebulder van de branding. Neem de tijd om de horizon in je op te nemen en loop naar de Estuaire de la Rance voor een schitterend uitzicht op Saint-Malo en het verderop gelegen Dinard.
- Loop weer terug naar het centrum van de Cité Corsaire zoals Saint-Malo vanwege zijn piratenverleden heet, want het is inmiddels lunchtijd. Je kan iets bestellen bij L’Optimiste, dat bekendstaat om zijn streekgerechten. Of bij Le Père Bougeard, waar je heerlijke ‘galettes’ (hartige pannenkoeken) en ‘crêpes’ (zoete, flensjes) kan krijgen.
- 13.30 uur: Als je in noordelijke richting langs de stadsmuur loopt, zie je misschien wel iets wat lijkt op het ’Hôtel des Abeilles’, een door Anthony Doerr verzonnen plek waar de jonge Werner onderdak vindt. Loop daarna door de Rue du Boyer naar de Cathédrale Saint-Vincent, die met zijn klokkengelui voor Marie-Laure het verloop van haar dagen markeert. De bouw van deze domkerk heeft meer dan zevenhonderd jaar geduurd, van de twaalfde tot de achttiende eeuw. In 1944 raakte de kerk zwaar beschadigd, maar na een langdurige restauratie zijn de gewelven van de drie kruisboogtraveeën, die tot de oudste van Bretagne behoren, weer in oorspronkelijke staat te bewonderen.
- Na een omweg door de Rue du chat qui danse, loop je via de Porte des Blés en de Tour Notre-Dame naar het strand. Vanaf hier heb je een mooi uitzicht op de stadsmuren en het Île de Grand Bé voor de kust. Bij eb kan je via het Plage de Bon Secours naar dit eiland lopen, waar de beroemde Franse schrijver François-René de Chateaubriand is begraven. Als je het tij maar in de gaten houdt! Het toeristenbureau van Saint-Malo adviseert om per dag te kijken naar de getijdentabel en te checken wanneer het laagtij is. Tel daar anderhalf uur voor en na bij op en dan heb je circa drie uur om het eiland te bezoeken.
- Terug op de vaste wal kan je nog een stukje over het strand wandelen om vervolgens tijdens zonsondergang te genieten van een crêpe of fruits de mer bij een van de vele eetgelegenheden die er in Saint-Malo te vinden zijn. Voor de overnachting kunnen we het Mercure Saint-Malo Balmoral van harte aanbevelen. Het is vlak bij het station van Saint-Malo en heeft het Écolabel Européen, wat aangeeft dat het aan allerlei duurzaamheidscriteria beantwoordt.
Dag 2: De Quai Saint-Louis en de Cité d'Alet (5 km)
Alet, Saint-Malo, France- 10.30 uur: De tweede dag van je weekend in Saint-Malo start aan de noordkant van de stad, bij het Plage du Sillon. Hier staat het Fort National, dat een centrale rol speelt in het verhaal van ‘All the light we cannot see’. Dit iconische monument van de piratenstad werd in 1689 gebouwd door ingenieur Siméon Garengeau, naar een ontwerp van de bekende vestingbouwer Vauban en in opdracht van koning Lodewijk XIV. Bij de muren van dit fort speelde de schrijver Chateaubriand in zijn jonge jaren met zijn vrienden en in 1944 werden 380 inwoners van Saint-Malo hier door de Duitsers gevangengezet. Aan de voet van het fort bood de legendarische piraat Robert Surcouf in zijn eentje weerstand aan twaalf Pruisische officieren tijdens een beroemd geworden gevecht. Het fort kan alleen ‘s zomers worden bezichtigd, maar houd wel rekening met het tij!
- Terug in het centrum moet je absoluut even stoppen bij de Place Chateaubriand, waar het stadsmuseum staat. Het gebouw is sinds 2019 echter gesloten en wordt momenteel ingrijpend verbouwd. In 2028 zal hier een gloednieuw maritiem museum worden geopend. Loop daarna even door de Rue de Chartres, een andere straat die van belang is voor Marie-Laure, en dan is het tijd voor een welverdiende lunchpauze.
- 14 uur: Je vervolgt je ontdekking van Saint-Malo op de Quai Saint-Louis, langs het Bassin Vauban en het Gare Maritime de la Bourse totdat je uitkomt bij het Plage des Bas-Sablons. Vanaf dit strand kijk je uit op de Cité d’Alet, een vesting met allerlei ruïnes. Loop naar de jachthaven Port de Plaisance des Sablons en sla dan af naar het park, waar een oorlogsmonument van 1939-1945 staat. Op de binnenplaats van het voormalige fort uit de achttiende eeuw staan nog een paar bunkers uit de Tweede Wereldoorlog. In een daarvan, een luchtafweergeschutbunker, is een tentoonstelling ingericht over het verloop van de oorlog in Saint-Malo en hoe de stad werd herbouwd. Daarnaast is er een verzameling van meer dan 1500 voorwerpen uit WOII te zien. Buiten kan je nog een parcours op de verdedigingswerken volgen, waarbij je andere bunkers, maar ook torens en restanten uit de achttiende eeuw kan ontdekken.
- De Cité d’Alet biedt trouwens vanaf verschillende punten schitterend uitzicht op de baai, dus blijf er vooral even van genieten. En als je daarna nog energie over hebt, ga dan even naar het Plage des Corbières, dat wat kleiner maar net zo idyllisch is.
- Je kan dit stuk ook per fiets verkennen, aangezien het aan de ruim 1200 km lange fietsroute ‘Tour de Manche’ ligt. En als je daarna nog meer van de omgeving wilt zien, blijf dan gerust nog een paar dagen om op de pedalen enkele leuke plaatsjes te bezichtigen, zoals Cancale ten oosten en Dinard en Saint-Lunaire ten westen van Saint-Malo.
Tips en aanbevelingen
Saint-Malo ligt op nog geen drie uur reizen met de trein vanaf Parijs. Er worden ook allerlei festivals gehouden, zoals het literatuurfestival Étonnants Voyageurs, het stripalbumfestival Quai des Bulles en het muziekfestival La Route du Rock. Voor festivalliefhebbers dus genoeg redenen om hiermee rekening te houden bij het plannen van een bezoek aan de voormalige piratenstad.
Door France.fr in samenwerking met Netflix
France.fr en Netflix France nemen je mee in de voetsporen van de personages uit de series die door dit streamingplatform worden geproduceerd.