Roadtrip door het ‘land van de bastides’ in de Dordogne

Périgueux - Neuvic - Bergerac (70 km)

Onze tocht begint in de historische binnenstad van Périgueux. Struin door de smalle straatjes, neem een kijkje bij de Tour de Vésone en de kathedraal Saint-Front en bezoek het Gallo-Romeins museum. Een dag is eigenlijk te kort!

Neem de D6089 richting Neuvic en volg de rivier de Isle. Maak onderweg een tussenstop in Saint-Astier, een klein dorp dat al sinds halverwege de 19e eeuw bekendstaat om zijn productie van kalk. Bezoek de indrukwekkende ondergrondse kalksteengroeves en ontdek alles over het productieproces.

In het hart van de Vallée de l’Isle ligt de beroemde watermolen van La Veyssière, gebouwd in 1637 en nog steeds actief! Christine en haar familie laten je graag zien hoe ze hier al generaties lang meel en walnootolie maken.

De Périgord is trots op zijn vele gastronomische specialiteiten, en vooral één specialiteit daarvan verwacht je misschien niet zo gauw in deze regio: kaviaar. Sinds 2000 is de Vallée de l’Isle een van de zeldzame plekken in Frankrijk waar kaviaar wordt geproduceerd. Na het verdwijnen van de Europese steur uit de Gironde, de Garonne en de Dordogne, introduceerden viskwekers de Siberische steur in de wateren van deze rotsachtige en rivierrijke omgeving. Daar zwemmen ze eerst een aantal jaren vrolijk rond alvorens hun eitjes te leggen. En hoe lekker die zijn? De beste manier om daar achter te komen, is ze te proeven bij Caviar de Neuvic.

Onderweg naar de ‘stad van Cyrano de Bergerac’ passeer je het pittoreske dorp Issac. Het ligt te midden van een heuvelachtig landschap met korenvelden en zonnebloemen van waaruit af en toe een klein gehucht komt bovendrijven. Het maakt nieuwsgierig naar de vele verrassingen die deze streek nog voor je in petto heeft. Mis in elk geval niet het elegante kasteel van Montréal, het Manoir de Leygonie en het plaatsje Montagnac la Crempse voordat je je route weer vervolgt en je plots midden tussen de uitgestrekte wijngaarden van ruim 12.000 hectare rijdt. Welkom in Bergerac! Een wijngaard die trots is op zijn 13 appellations. Tijd om de auto te parkeren en te proeven (of een flesje voor later mee te nemen als je niet meer hoeft te rijden...).

Bergerac en zijn wijngaarden - Château de Bridoire – Issigeac (45 km)

Bergerac staat bekend om zijn dolce vita, vakwerkhuizen, de gastronomie en natuurlijk die ene beroemde man met zijn lange neus, juist ja Cyrano. Maar wat blijkt, die heeft hier eigenlijk nooit geleefd! Maar wat is dan de link tussen de stad en het beroemde personnage uit het boek van Edmond Rostand? Je ontdekt het in Bergerac.

Vanaf de Parking Gambetta sta je zo in de historische binnenstad met zijn natuurstenen bouwwerken, gezellige pleintjes en straatjes met tot de verbeelding sprekende namen als Rue des Fontaines en Rue des Rois de France. In de oude haven zijn de sporen van vroeger nog te zien, toen de haven nog gebruikt werd voor het transport van goederen en wijn. Wandel in elk geval even langs de Quai Cyrano, een modern gebouw dat meer dan 160 lokale wijnmakers vertegenwoordigt en waar je alle toeristische informatie over het wijngebied vindt. Vanaf het terras van dit voormalige franciscaner klooster geniet je van lokale wijnen en lekkernijen met uitzicht op de rivier de Dordogne.

Volgende halte: Château de Monbazillac. Neem van Bergerac de D933 en rijd ongeveer 11 km in zuidelijke richting naar Eymet. Je ziet het kasteel vanzelf opdoemen. Door zijn ligging midden in de wijngaarden is het kasteel van Monbazillac uit 1550 een imponerende verschijning. Vanuit de tuin heb je een schitterend uitzicht op de Dordognevallei en Bergerac. Wellicht doet de naam Monbazillac een belletje bij je rinkelen, het is namelijk dezelfde als die van de zoete witte wijn die zo heerlijk met foie gras combineert. Wie meer wil weten over de wijnen van Bergerac, kan terecht bij het Domaine de l’Ancienne Cure en Domaine de la Jaubertie voor een wijnproeverij.

Rijd nog zo’n 10 km verder op de D933 naar het recent gerenoveerde Château de Bridoire en stap met het hele gezin een wereld van ridders, prinsessen en middeleeuwse spelen binnen. Kruisboogschieten, jezelf in een harnas hijsen, behendigheidsspelletjes en een reuzeschaakbord, het zijn slechts enkele van de vele ouderwetse spellen waarmee jong en oud zich een hele middag kunnen vermaken en waarvan ze ondertussen ook nog wat historische weetjes opsteken.

Ook een aanrader voor de kids is het middeleeuwse plaatsje Issigeac, waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan. De straatjes van het historische centrum liggen als een slakkenhuis in elkaar gedraaid. In de loop der tijd hebben zich in dit plaatsje veel kunstenaars en ambachtslieden gevestigd. De wekelijkse markt op zondag neemt zowat het hele dorp in beslag en is een geliefde trekpleister.

Issigeac – Beaumont/Villeréal Monpazier - Biron (45 km)

Villeréal is een typische bastide die bij heel wat fijnproevers en liefhebbers van oude Franse dorpjes in de smaak zal vallen. Op zaterdagochtend vindt hier altijd een gezellige, kleurrijke markt plaats, maar je kunt er ook voor kiezen om een bezoek te brengen aan Beaumont-du-Périgord, een bastide met een indrukwekkende stadsmuur en vestingkerk. In Beaumont zit je ook goed om te genieten van de tongstrelende specialiteiten van de Périgord op basis van lokale producten.

Vanuit architectonisch oogpunt is Monpazier onbetwist het beste voorbeeld van een 13e-eeuwse bastide. Al sinds de oprichting ervan in 1284 door koning Edward I, de koning van Engeland, vindt hier elke donderdag de markt plaats op het centrale dorpsplein. Al meer dan 700 jaar lang dus!

Slenter door de smalle straatjes naar de Place des Cornières en bewonder de overdekte markthal en de 13e- tot 17e-eeuwse natuurstenen huizen met hun kenmerkende rode dakpannen. Door de eeuwen heen heeft Monpazier niets van zijn oude charme verloren. Stap binnen bij de lokale pottenbakkers, glasblazers en juweliers en zie hoe ze te werk gaan. Misschien vind je nog wel een mooi souvenir voor in de koffer!

Op weg naar Villeréal passeer je een goed onderhouden 15e-eeuws kasteel en een molen langs een riviertje, terwijl je aan de andere kant van de weg de groene vallei van de rivier de Dropt aan je voorbij ziet gaan. Sla een stukje verderop linksaf naar de D53 totdat je vanuit het bos plots het overweldigende silhouet van het Château de Biron ziet opdoemen, een van de grootste en meest indrukwekkende kastelen uit de streek, met een adembenemend uitzicht over de omgeving.

Vergeet je wandelschoenen niet, want bij het kasteel neemt gids Sandra je mee voor een 6 km lange wandeling door het dorp Biron en de groene omgeving met een rijke flora en fauna. Krijg meer te horen over de wijngaarden die vroeger aan de landheren van Biron toebehoorden en betreed het Domaine de la Tuque, waar wijnmakers Gilles en Vincent hun passie voor wijn graag met hun bezoekers delen.

Biron – Saint-Avit-Sénieur – Cadouin – Saint-Cyprien – Sarlat (60 km)

Een Franse roadtrip zou niet compleet zijn zonder een bezoek aan een paar historische abdijen en kerken. En daar ontbreekt het gelukkig niet aan in de Dordogne. Waaronder in Saint-Avit-Sénieur, een middeleeuws dorp met een abdijkerk uit de 12e eeuw en een klooster die meerdere malen werden verwoest, maar telkens weer uit de as wisten te verrijzen. Het volledige complex staat op de werelderfgoedlijst van Unesco. Vanwege de ligging op de route naar Santiago de Compostella trekt het dorp veel pelgrims.

Vervolg je route via de D25 naar La Ferme de Cor, waar de twee eigenaren Denis en Patricia zich hebben toegelegd op de biologische productie van saffraan, noten, truffels en andere lekkernijen. Het stel geeft je bovendien graag tips mee over hoe hun producten het beste tot hun recht komen.

Het Domaine de Barbe is een familieboerderij met 20 ha waar Isabelle en Pierre zich hebben toegelegd op de productie van foie gras, met respect voor de oude tradities, de kwaliteit en de vogels. Ontdek meer over het procedé, hoe de ganzen buiten opgroeien en hoe ze gevoed worden met mais en vet gras. Een leerzaam bezoek!

De Dordogne herbergt heel wat dorpjes die een bezoekje waard zijn. Om te beginnen Cadouin. Je betreedt dit dorp via de toegangspoort ‘Saint-Louis’, waarbij je al snel tegen de ronduit imposante gevel van de cisterciënzer abdij aanloopt, die op de werelderfgoedlijst van Unesco staat.

Ook het in een mooie groene vallei gelegen Urval met zijn versterkte romaanse kerk met schietgaten is een omweg waard. De gele stenen huizen zijn kenmerkend voor de Périgord, net als de oude gemeenschappelijke broodoven, die je een inkijkje geeft in het vroegere boerenleven.

We eindigen onze trip in het gemoedelijke Sarlat, maar niet voordat we een kijkje hebben genomen in het middeleeuwse plaatsje Saint-Cyprien, met zijn imponerende abdijkerk en 12e-eeuwse klokkentoren. Het 20 km verderop gelegen Sarlat, de hoofdstad van de Périgord Noir, wordt ook wel de ‘Parel van de Périgord’ genoemd. Bewonder de bouwwerken uit de middeleeuwen en de renaissance, de smalle straatjes met vakwerkhuizen en de grote benedictijnse abdij. Het gehele historische centrum is eigenlijk een highlight op zich. Hier kun je rustig wat langer blijven.