7 schitterende etappes voor je eigen Tour de France op de fiets

Met zijn schitterende rede als decor vormde Brest een spectaculair startpunt voor de Tour de France. De rede van Brest is een van de grootste en mooiste ter wereld en als oude schoeners en andere zeilschepen er samenkomen weet je echt niet wat je ziet. Om optimaal te kunnen genieten van dit fotogenieke beeld moet je het een eindje hogerop zoeken, maar geen nood: de eerste stadskabelbaan van Frankrijk brengt je in een mum van tijd op het Plateau des Capucins. Hier vind je ook de voormalige werkplaatsen van de Franse marine, waar zich onder een reusachtige overkapping allerlei culturele en andere initiatieven afspelen in een bruisende en innovatieve setting. Vanaf het grootste overdekte plein van Europa is het uitzicht op de weidse einder en de onmetelijke zee adembenemend mooi. Adem de zilte zeelucht met volle teugen in voordat je Bretagne op de fiets gaat verkennen!

De 6e etappe van de Tour de France, van Tours naar Châteauroux, komt door de ‘tuin’ van Frankrijk, in het hart van het Loiredal dat tot het werelderfgoed wordt gerekend. Voor een fietstocht door de streek van de beroemde kastelen en hun schitterende tuinen, is Tours een ideaal vertrekpunt. Even doortrappen en je bent zo in Amboise, Chenonceau, Chambord maar ook Villandry, Azay-le-Rideau en Blois liggen op fietsafstand. Met je neus in de wind rijd je langs prachtige renaissancekastelen, herenhuizen van tufsteen en de idyllische oevers van de Loire. De Tourrijders moeten de vaart erin houden, maar jij niet! Geniet dus van al het moois, sla af en toe een zijweggetje in of stop voor een picknick in een van de fraaie Franse stijltuinen of aan de kronkelige zandoevers van de statige rivier. Je komt ogen te kort!

Dit is het spannendste maar ook het meest geduchte deel van de Tour. Op weg naar de legendarische bergpassen en toppen werken de renners zich in het zweet en staan ze geregeld op de pedalen. De 9e etappe van de Tour bestaat (onder meer) uit de beklimming van de Col du Pré gevolgd door de schitterende Cormet de Roselend en tot slot de 21 km lange klim naar het Val Claret, het hoogste punt van Tignes. Geen wonder dat hier de adrenaline ook behoorlijk stijgt. Maar wat een panorama, met de Mont Blanc die boven alles uitrijst! Op 5 juli houdt de karavaan van de Tour een rustdag in Tignes, maar jij kunt nog een eindje hogerop gaan kijken. In 7 minuten brengt de kabelbaan van het Val Claret je naar de top van de gletsjer van La Grande Motte, waar je met uitzicht op de eeuwige sneeuw en de diepgroene dalen kan genieten van de zuivere berglucht.

Op de weggetjes van de Provence ruikt het heerlijk naar tijm, lavendel en andere geurige struiken! En ondertussen gaat het met de nodige bochten alsmaar hoger en hoger! Dit jaar zullen de Tourrijders maar liefst twee keer de Mont Ventoux (1909 m) beklimmen tijdens de 11de etappe tussen Sorgues en Malaucène, langs de okergroeven van Roussillon. En dan moeten ze dus nog een keer… Maar de reus van de Provence is al die inspanningen meer dan waard: dit jaar viert hij een lustrum, want het is de zeventigste keer dat de berg deel uitmaakt van de Tour de France! Bovendien geniet dit gebied sinds kort de status van regionaal natuurpark. Een onderscheiding die nog eens extra duidelijk maakt dat het de moeite loont om de Mont Ventoux te beklimmen, niet alleen als profrenner, maar ook als amateur.

Dit mag met recht een historische etappe worden genoemd, die de renners op 9 juli afleggen tussen de Romeinse (en ’s werelds best bewaarde) arena van Nîmes en Carcassonne, de trotse middeleeuwse vesting die een verdiende plaats op de werelderfgoedlijst van Unesco inneemt. De aankomst aan de voet van de 52 torens en de drie kilometer lange ommuring die in de 19e eeuw door Viollet-Le Duc zijn gebouwd, kan haast niet mooier, en daarna staan de Pyreneeën op het programma. Als je wat meer wilt weten over de geheimen van deze imposante versterkte stad, moet je de fiets laten staan en de tijd nemen om het centrum te voet te verkennen. Een groot deel van de middeleeuwse vesting is zowel overdag als ’s avonds gratis toegankelijk via de Porte Narbonnaise en de Porte d'Aude. Een absolute aanrader!

De etappe die op 14 juli wordt gereden, mag wel wat spektakel hebben, want dat is per slot van rekening de nationale feestdag van Frankrijk! Daarom is de keuze voor de Pyreneeën heel terecht, met maar liefst drie legendarische bergpassen op een rij: Peyresourde (1569 m), Val Louron-Azet (1580 m) en tot besluit de 16 kilometer lange beklimming van de Col du Portet (2215 m), de hoogste bergpas aan de Franse kant van de Pyreneeën die uitkijkt op het mooie kuurplaatsje Saint-Lary-Soulan. De coureurs moeten hier alles uit de kast halen, maar wij raden je aan om het er juist lekker van te nemen. Breng bijvoorbeeld een bezoek aan Bagnères-de-Luchon, waar de ontspannende stoombaden in het fantastische Vaporarium een perfecte voorbereiding vormen op de klim.

Geen bezoek aan wijnkelders of tussendoor een pauze met wijnproeverij voor het peloton dat op 17 juli Saint-Emilion zal aantikken. De 20e etappe is namelijk een race tegen de klok die geen enkele ruimte biedt voor het hier zo populaire ‘vinotoerisme’ in de prestigieuze wijnstreek rond Bordeaux. De stad van de beroemde wijnen wordt door de renners geassocieerd met een stopwatch, maar dat geldt gelukkig niet voor jou, dus neem de tijd om deze prachtige streek te verkennen. Vanaf de kerktoren is het uitzicht op de wijngaarden en het dal van de Dordogne ronduit spectaculair. En datzelfde geldt voor de Tour du Roy. Vanaf deze historische belvedère wordt elk jaar door het illustere genootschap Jurade de Saint-Émilion in juni de Jugement du Vin Nouveau (beoordeling van de nieuwe wijn) en in september de Ban des Vendanges (de start van de druivenoogst) aangekondigd. Aan de vooravond van de laatste etappe van de Tour is de finish op de Champs Elysées al bijna in zicht. Dus reden te meer om daar vast het glas op te heffen!